Gegevensverwijzingen van een diagram wijzigen

U kunt gegevensverwijzingen van een diagram op elk gewenst moment wijzigen. U kunt een hele gegevensreeks toevoegen of verwijderen of een gegevensreeks wijzigen door er specifieke gegevens aan toe te voegen of uit te verwijderen.

Als u de gegevensverwijzingen van een diagram wijzigt, wordt Diagramverwijzingssymbool weergegeven op het tabblad van elk werkblad dat gegevens bevat die in het diagram worden gebruikt.

Symbool waarmee wordt aangegeven dat in de diagramgegevens die u aan het bewerken bent, wordt verwezen naar een tabel op dit werkblad

Als een diagram niet kan worden gewijzigd, is het mogelijk vergrendeld. Ontgrendel het diagram om wijzigingen aan te brengen.

Een gegevensreeks toevoegen, verwijderen en wijzigen

  1. Selecteer het diagram, klik op 'Wijzig gegevensverwijzingen' en voer een of meer van de volgende stappen uit in de tabel die de gegevens bevat:

    • Een gegevensreeks verwijderen: Klik op de gekleurde stip voor de rij of kolom die u wilt verwijderen en druk op de Delete-toets.

    • Een volledige rij of kolom toevoegen als gegevensreeks: Klik op de koptekstcel. Als de rij of kolom geen koptekstcel heeft, sleept u over de gewenste cellen om ze te selecteren.

      Als in het diagram rijen als reeksen zijn uitgezet, kunt u alleen rijen toevoegen. Als kolommen als reeksen zijn uitgezet, kunt u alleen kolommen toevoegen.

    • Gegevens toevoegen uit een celbereik: Sleep over de tabelcellen.

    • Gegevens toevoegen aan of verwijderen uit een bestaande gegevensreeks: Klik op de gekleurde stip voor de rij of kolom en sleep de hoek van het selectievak zodat deze de gewenste cellen bevat.

  2. Klik op 'Gereed' in de balk onder in het venster.

Rijen en kolommen voor gegevensreeksen verwisselen

Als u een diagram toevoegt, wordt automatisch de standaard gegevensreeks voor het diagram gedefinieerd. In de meeste gevallen zijn de tabelrijen de standaardreeks, als een tabel vierkant is of als een tabel breder is dan deze lang is. Anders zijn de kolommen de standaardreeks. U kunt wijzigen of de gegevensreeks is gebaseerd op rijen of kolommen.

  1. Selecteer het diagram.

  2. Kies 'Zet kolommen uit als reeksen' of 'Zet rijen uit als reeksen' uit het venstermenu in de balk onderin.

    Balk met opties om rijen of kolommen als gegevensreeks uit te zetten
  3. Klik op 'Gereed'.

Verborgen gegevens opnemen in een diagram

In een tabel kunt u rijen of kolommen verbergen en gegevens filteren. Als u een tabel gebruikt met verborgen of gefilterde gegevens om een diagram te maken, kunt u die gegevens desgewenst in uw diagram uitzetten. Verborgen gegevens zijn standaard niet opgenomen.

  1. Selecteer het diagram.

  2. Schakel in het paneel 'Diagram' van het infovenster 'Opmaak' het aankruisvak 'Toon verborgen gegevens' in bij het onderdeel 'Diagramopties'.

Meer informatie over het verbergen van tabelrijen of -kolommen is te vinden in Tabelrijen en -kolommen toevoegen of rangschikken.