U kunt aankruisvakken in cellen opnemen om de waarden van een cel te beperken tot de binaire waarden 1 of "waar" (ingeschakeld) en 0 of "onwaar" (uitgeschakeld). Aankruisvakken zijn handig voor het aanmaken van eenvoudige controlelijsten.

Bij beoordelingen wordt de celwaarde beperkt tot een bereik van nul tot en met vijf sterren. Beoordelingen zijn handig voor het beoordelen of sorteren van onderdelen in een lijst.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Kies in het paneel 'Cel' van het infovenster 'Opmaak' de waarde 'Aankruisvak' of 'Beoordeling' uit het venstermenu 'Gegevensnotatie'.

3. Voer een of meer van de volgende stappen uit:

   • Een aankruisvak in- of uitschakelen: Klik erop.

   • Meerdere aankruisvakken in- of uitschakelen: Selecteer de cellen en druk op 1 om alle aankruisvakken in te schakelen of druk op 0 om alle aankruisvakken uit te schakelen.

   • Meerdere aankruisvakken omzetten: Selecteer de cellen en druk op de spatiebalk om alle aankruisvakken anders in te stellen. De aankruisvakken worden ingesteld op basis van het aankruisvak helemaal linksboven in de selectie. Als dat aankruisvak was ingeschakeld, worden alle aankruisvakken uitgeschakeld en omgekeerd.

   • Een beoordeling invoeren: Selecteer de cel en klik op de puntjes in de cel.

   • De beoordeling instellen voor meerdere cellen: Selecteer de cellen en druk op 0, 1, 2, 3, 4 of 5 om alle beoordelingen op die waarde in te stellen.

   • De beoordeling verhogen of verlagen voor meerdere cellen: Selecteer de cellen en druk op de toets met het plusteken of op de toets met het minteken om de waarden te verhogen of te verlagen.

Als u een beoordeling gebruikt in een formule, wordt deze geïnterpreteerd als de bijbehorende numerieke waarde.

U kunt cellen opmaken als schuifknoppen of stappenregelaars die de waarden van getallen, bedragen of percentages beperken tot een bereik dat u opgeeft.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Kies in het paneel 'Cel' van het infovenster 'Opmaak' de waarde 'Schuifknop' of 'Stappenregelaar' uit het venstermenu 'Gegevensnotatie'.

3. Voer een of meer van de volgende stappen uit:

   • De waarde instellen die aan het begin van het bereik van de schuifknop of stappenregelaar wordt weergegeven: Typ een waarde in het veld 'Minimum'.

   • De waarde instellen die wordt weergegeven aan het einde van het bereik van de schuifknop of stappenregelaar: Typ een waarde in het veld 'Maximum'.

   • Het aantal eenheden instellen voor de maatverdeling van de schuifknop of stappenregelaar: Typ een waarde in het veld 'Toename'.

   • Notatie instellen voor celgegevens: Kies een optie uit het venstermenu 'Notatie' en gebruik de extra regelaars om de gegevensweergave verder in te stellen.

U kunt een venstermenu aan een cel toevoegen en vervolgens de opties opgeven die in het venstermenu worden weergegeven.

Numbers herkent numerieke waarden als menuopties, waaronder datums en waarden voor de tijdsduur (evenals tekst). Formules kunnen dan ook naar cellen verwijzen waarin het venstermenu is ingesteld op een numerieke optie.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Kies in het paneel 'Cel' van het infovenster 'Opmaak' de waarde 'Venstermenu' uit het venstermenu 'Gegevensnotatie'.

   Als enkele of alle geselecteerde cellen al gegevens bevatten, worden voor de opties in het venstermenu waarden ingevuld uit de geselecteerde cellen (met een maximum van 250 cellen). Aankruisvakken worden geïnterpreteerd als "waar" of "onwaar", en beoordelingen krijgen een bijbehorende numerieke waarde tussen 0 en 5. U kunt deze opties desgewenst wijzigen. Herhaalde waarden in de geselecteerde cellen worden behandeld als één onderdeel van het venstermenu. Het venstermenu in elke cel wordt ingesteld op de oorspronkelijke waarde van de cel.

   Als alle geselecteerde cellen leeg zijn, wordt voor de opties in het venstermenu een plaatsaanduiding weergegeven (bijvoorbeeld "Onderdeel 1").

3. Klik in de lijst met opties dubbel op een onderdeel (een vooraf ingevulde waarde of een plaatsaanduiding) en typ de tekst die u in het venstermenu wilt weergeven.

   Herhaal dit proces voor elk onderdeel dat u wilt wijzigen.

4. Om een ander onderdeel aan het venstermenu toe te voegen, klikt u op en typt u de tekst die u wilt weergeven.

   U kunt maximaal 250 onderdelen toevoegen aan het venstermenu.

5. De vormgeving van het venstermenu instellen:

   • De volgorde van een onderdeel wijzigen: Sleep het onderdeel omhoog of omlaag in de lijst met menuopties.

   • De cellen leeg laten als er geen onderdeel is gekozen: Kies 'Begin met leeg document' uit het venstermenu.

   • Het eerste onderdeel in het venstermenu invoeren in cellen waarvoor geen onderdeel uit het venstermenu is gekozen: Kies 'Begin met eerste onderdeel' uit het venstermenu.

   • Een onderdeel verwijderen: Klik erop en klik vervolgens op .

Terwijl u door een tabel navigeert, kunt u op de spatiebalk drukken om in een geselecteerde tabelcel een venstermenu te openen, de pijltoetsen gebruiken om een optie te kiezen en vervolgens op de spatiebalk drukken om een waarde te selecteren.

U kunt de regelaars verwijderen uit tabelcellen, zodat het weer lege cellen zonder opmaak zijn. U kunt ook een andere notatie toepassen op de cellen.

1. Selecteer een cel of celbereik.

2. Voer een van de volgende stappen uit:

   • Alle inhoud uit de cellen verwijderen: Druk daarna op de Delete-toets.

   • Het type regelaar wijzigen: Kies in het paneel 'Cel' van het infovenster 'Opmaak' een andere optie uit het venstermenu 'Gegevensnotatie'.

     De waarden in de cellen worden weergegeven in de nieuwe notatie. Als u cellen met een venstermenu bijvoorbeeld wijzigt in cellen met een tekstnotatie, wordt de inhoud van het menu weergegeven als gewone tekst. En als u cellen met stappenregelaars omzet in cellen met een getalnotatie, worden de oorspronkelijke waarden weergegeven als statische getallen.

     Het is niet mogelijk alle gegevenstypen om te zetten. Zo kunt u de getalnotatie niet toepassen op een lijst met tekstonderdelen in een venstermenu. Als u dat toch probeert, worden de celregelaars niet verwijderd uit de cel.